Hervorming van het handelsrecht: welke gevolgen sinds de inwerkingtreding van het tweede luik?

Een modernisering van de Belgische vennootschap- en handlesrechten was verwacht en men kan de recente initiatieven genomen op dit vlak alleen maar verwelkomen.

Na een eerste hervorming van het insolvabiliteitsrecht (wet van 11 augustus 2017), werd een tweede luik gepubliceerd in 2018 (wet van 15 april 2018), in afwachting van het laatste deel van deze hervorming: de aanpassing van het Wetboek vennootschapsrecht.

Het tweede luik van deze hervorming werd dit jaar gepubliceerd en houdt belangrijke gevolgen in voor economische actoren die een belang hebben in België. De recente inwerkingtreding van deze maatregelen (1ste november 2018) geeft ons de opportuniteit om terug te komen op de verschillende wijzigingen die we hieronder proberen samen te vatten.

VAN HET BEGRIP HANDELAAR TOT ONDERNEMING

Het begrip handelaar en ambachtsman, wel bekend door juristen omwille van haar gevolg op vlak van de toepasbare juridische regels, verdwijnt en wordt vervangen door een meer moderne term, de (inschrijvingsplichtige) onderneming. De wetgever heeft ook beslist over een uitbreiding van het begrip dat vanaf nu alle fysische personen die een professionele activiteit als zelfstandig uitoefenen, alle rechtspersonen en alle verenigingen (met of zonder rechtspersoonlijkheid), dekt.

Behalve de uitzonderingen voorzien door de wetgever, alle fysische personen (zelfstandige werkers), verenigingen (inclusief degene zonder winstoogmerk) maar ook o.a. alle maatschappen, moeten nu als onderneming beschouwd worden volgens het Wetboek ondernemingsrecht.

Samengevat leidt dit tot een professionalisering van deze laatsten, maar met welke praktische gevolgen?

AANSPRAKELIJKHEID

Voor degene die nog niet aan deze plichten onderworpen waren, een kwalificatie als onderneming houdt een hoofdelijke aansprakelijkheid in voor de schulden van de onderneming (e.g., maatschap), behalve indien een uitdrukkelijke ad hoc uitzondering is voorzien.

FAILLISSEMENT

Vroeger, waren handelaars uitzonderlijk onderworpen aan de maatregelen betreffende de faillissementen. Dit wordt nu uitgebreid tot alle ondernemingen, inclusief de nieuwe categorieën geïntroduceerd door de wet (maatschappen, enz.).

INSCHRIJVING IN DE KRUISPUNTBANK VOOR ONDERNEMINGEN

Belgische ondernemingen dienen te worden ingeschreven in de KBO en dit wordt nu ook van toepassing op de nieuwe categorieën van ondernemingen (onder de nuances en uitzonderingen van de wet: gratis inschrijving voor vzw’s, enz.).

BOEKHOUDKUNDIGE VERPLICHTINGEN

De logica is identiek op vlak van boekhouding: alle ondernemingen moeten een boekhouding voeren en hun jaarrekeningen neerleggen bij de Nationale Bank (met uitzondering van sommige ondernemingen, zoals maatschappen, op basis van de tekst die vandaag bestaat).

De wet biedt toch wat proportionaliteit aan in de zin dat kleine ondernemingen alleen een vereenvoudigde boekhouding mogen voeren.

BEWIJZEN

Belangrijk is ook dat ondernemingen onderworpen zijn aan strengere bewjisregel. Dit houdt namelijk in dat eigen dading tegen de ondernemingen zelf kunnen ingeroepen worden (factuur, boekhouding, enz.).

BEVOEGDHEID VAN DE ONDERNEMINGSRECHTBANK

De wet vervangt ook de rechtbank van koophandel door de ondernemingsrechtbank die bevoegd is voor alle geschillen tussen of tegen een onderneming (behalve indien de vraag duidelijk buiten de economische activiteit valt).

De wet introduceert ook nieuwe procesbevoegdheden nu de ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid in hun eigen naam partij kunnen zijn in een geschil voor een rechtbank (wat vroeger niet kon).